zaterdag 21 juli 2018

De tent in! - De beloofde foto's...

Deze hadden jullie nog te goed!

Wij zagen de Belgen verliezen tegen de Fransen... Pu(t)tin!

En dat dutje doet hij werkelijk overal. Haha...

Onderhandelen over de snelheidsboete... 



Apen verjagen doe je zo! Ha! 






Marcel en zijn dutjes... 

Onze voorraad eten.
Wie vindt onze vroege bezoeker?






Dicht! Te dicht! Veel te dicht zelfs!

Wanneer we voor een langere tijd op reis vertrekken, neem ik mezelf voor om regelmatig te bloggen. Dat doe ik ook dagelijks… in mijn hoofd. De blogberichten rijpen in mijn hoofd. Ik wacht dan op het juiste moment om ze op papier te krijgen. Een juist moment dat kan de juiste stemming zijn, het juiste moment of de juiste plaats. En soms gebeurt er iets, waarbij het onmogelijk is om te wachten op de juiste stemming of het juiste moment…

Na Nata reden we richting Elephant Sands. Aan de ingang van dat kamp valt er op een gigantische muur te lezen “where elephants rule”. Wij vonden dat spannend. Veelbelovend vooral. 

Twee minuten na het kruisen van de toegangsmuur met die mooie belofte kruiste een jachtluipaard ons pad. ‘We haven’t seen this one coming…’ Een jachtluipaard hadden we niet verwacht. Zeker niet op 100m vogelvlucht van onze kampeerplek. We meldden dit bij aankomst meteen bij de receptie. We werden gerust gesteld, op olifanten na, komen er geen wilde dieren in het kamp…

Wij installeerden onze tent met het uitzicht op een watergat waar hopelijk weldra olifanten kwamen drinken. Daar hoefden we niet lang op te wachten. Tijdens het bereiden van het avondeten, kwamen vier imposante olifanten het kamp in gelopen, recht naar het watergat om te drinken. Wij keken toe vanuit onze kampeerstoeltjes… Vanaf dat moment was het watergat voortdurend gevuld met olifanten. Het was een komen en gaan van kuddes olifanten en solitaire mannetjes.

Het was al goed donker toen de mensen van de camping meedeelden dat we vanavond extra voorzichtig moesten zijn, want er cirkelde uitzonderlijk een jachtluipaard rond het kamp… Wij zagen hem zelfs op een eindje van de tent voorbij lopen. Fons en Marcel aten die avond in de koffer van de auto. Het eten was ook wat later klaar dan gewoonlijk. Wat wil je met al die afleiding. 

De volgende dag gebruikten wij om in de buurt de off road routes te verkennen. We zagen de ene olifant(enkudde) na de andere. Op Marcel na, die miste het spektakel van de dag alweer, wegens een dringend dutje. 

We kampeerden een tweede avond in Elephant sands. Net nadat we de kinderen in bed hadden gestopt, genoten van een glas wijn en een gigantisch aantal olifanten aan een watergat, kregen een aantal olifanten ruzie. Een dominant, solitair mannetje werd verjaagd door de matriarch van een kudde. Dat dominante mannetje kwam recht naar onze tent gestormd… Hij hield halt op een aantal meter van ons. Met zijn lange slurf zou hij ons kunnen aanraken, mocht hij dat gewild hebben. Daar zaten we dan, in ons kampeerstoeltje, naast ons kampvuur, onbeweeglijk stil met een hartslag van vermoedelijk 200 slagen per minuut. Ik kon maar één ding denken, en dat was dat ik hier zo snel mogelijk weg wilde rennen. De gebiedende ogen van Stijn hielden me in mijn kampeerstoel. En misschien ook wel het idee dat ik geen enkele kans maak tegen zo’n gigantische olifant. Hij zo sowieso sneller zijn dan mij, en mijn kinderen konden wellicht een drama missen. 
Wij hielden moedig vol. Een aantal minuten tikten voorbij. Die olifant stond daar maar. Gewoon. Te staan. Voor ons. Omdat ik het idee van al dat gevaar niet meer aankon, wendde ik mijn blik maar af. Wat je niet ziet, is er niet, of zoiets… 
Heel rustig, en met na elke vijf stappen een pauze, maakte deze olifant zich stilaan uit de voeten. Je kan je de opluchting niet voorstellen. 

Was het de kom eten op onze tafel, of was het de plaats, of waren wij het, geen idee, maar nog geen half uur later kwam er alweer een olifant onze kant op gestapt. Ik had het gevoel deze spanning geen tweede keer aan te kunnen. Alweer kwam deze olifant héél dicht bij. Te dicht. Veel te dicht. Het zelfde scenario speelde zich af: wij onbeweeglijk stil in ons kampeerstoeltje, een piekend en bonkend hart en een olifant pal voor onze tent voor een aantal minuten die alweer een eeuwigheid leken. Rondom ons kropen andere kampeerders veilig in hun tent of auto. Wij konden niet naar dit veilige oord. Wij moesten dit uitzitten. 
Uiteindelijk ging ook deze olifant wandelen. De opluchting was nog groter dan de eerste keer. Zo groot zelfs dat we recht veerden en als de bliksem onze tent in schoten. De afwas was voor morgen, dit konden we geen drie keer op rij mee maken. 

Elephant sands, where elephants rule dus… 

Wij passeerden ondertussen ook al in Gweta waar we een bezoek aan de zoutvlakten en de meerkatten planden. Dat plan werd geschrapt, wij deden niks. Luieren. Vakantie, weet je wel. (knipoog)

Ondertussen zijn we in Maun. We tankten de auto vol, laadden de auto vol eten en water, kochten voldoende water, wasten de onderbroekjes en regelden de nodige permits voor Moremi National Park en Savuti. We vertrekken morgen recht de wildernis in. Met onze tent en met onze kinderen. Ik word daar een klein beetje zenuwachtig van. Eén les hebben we al geleerd, ‘only food runs’ en stilzitten kan je leven redden. 

Volgende week vrijdag zijn we opnieuw in de bewoonde wereld. Als alles goed gaat zijn we dan in Kasane. Dan plannen we na drie weken kamperen om eens in een lodge te slapen. Ik kijk nu al uit naar die luxe. Maar eerst avontuur.

Adios!

















donderdag 19 juli 2018

De tent in!

Wow… Ik checkte de statistieken rond ons laatste bericht… Dat bericht werd 634 keer geopend… 634 keer! Ik vind dat zot veel. We negeren het feit dat dit uiteraard geen 634 unieke lezers zijn, maar goed, ik ben ook blij met mensen die het blogbericht twee keer lezen. Tenzij de oorzaak daarvan een onduidelijke schrijfstijl is. Laat ons ook dat negeren. 
Fijn dat u leest! Blijf gerust lezen!

Back to business! Travelling! (vette knipoog)
De eerste ochtend toen we er met de 4x4 vandoor wouden gaan, wou deze niet meer starten. Batterij leeg. Wellicht door de ijskast die op vriesstand stond. Onze eerste panne. Nou, die was gelukkig snel gefikst. Een beetje trotse Zuid-Afrikaan rijdt hier namelijk met een 4x4. Onze gastheer van het guest house in Johannesburg wist ons snel te helpen.

Wij reden 5u van Johannesburg naar Gaborone, de hoofdstad van Botswana. Het doel was om voor het donker (18u) aan te komen, maar daar sloegen we niet in. Time management is niet ons sterkste punt. Maar ach, hier vind je toch geen spreekwoordelijke kat die daar vreemd vanop kijkt. 
Wij gingen behoorlijk vlot de grens over. Bij elke grenspost wordt het rijbewijs van Stijn gevraagd en de originele geboorteaktes van de kinderen. Deze zijn natuurlijk in het Nederlands. Wij moeten dan ook telkens we deze afgeven aan de beambte eens goed grijnzen. Meestal gaat dit goed. Ze bekijken deze Nederlandstalige geboorteaktes en zeggen ons dan alsof ze alles makkelijk konden lezen dat we verder het land in kunnen. Haha… 
Een pientere beambte aan de grens met Botswana merkte op dat ze hier eigenlijk niks van begreep en dat we met onze aktes naar de Belgische ambassade moeten om deze officieel te laten vertalen… Yeah right… Ze laten ons binnenkort het land wel weer uit. We nemen misschien wel beter een andere grensovergang… 

We verbleven twee nachten in een basic chalet in een backpackers kamp* net voor Gaborone. Dit kamp lag aan Mokolodi National Park. Een eerste kans dus om op game drive te gaan. Dat we om zelf te kunnen rijden een jaarabonnement voor de hele familie moesten nemen, namen we er met veel enthousiame bij. Dit moest een eerste oefening worden met de 4x4. Kwestie dat we klaar zijn voor het echte werk binnenkort. Het nationale park beloofde onder andere zebra’s, giraffen en neushoorn. Wij zagen impala’s, impala’s en impala’s. Oh ja, en ook een hartebeest en een wrattenzwijn. Punt. Zucht. De kinderen voor niks zot gemaakt. 

Gaborone was voor ons een stop om even op een rijtje te zetten welke dingen we nog nodig hadden op onze verdere trip. We kochten een supermarkt voor de helft leeg, gingen op zoek naar een verjaardagscadeau voor Fons (zonder succes) en organiseerden de auto.

Oorspronkelijk gingen we van Gaborone naar een neushoorn rehabilitatiecentrum ergens rond Serowe. Dat plan veranderde ergens onderweg. We reden ineens door naar Francistown. Een rit van 5u. De bedoeling was om een nachtje op een ‘stop over’ plek* te logeren, maar ook dat plan veranderde. Zeg niet dat we niet flexibel zijn. We spendeerden uiteindelijk drie nachten op deze plek. De eerste nacht nog in een veilige chalet, met warme bedjes met wel drie dikke dekens en een warmwaterkruik! De volgende twee nachten in onze eigen tent. Het moest een keer gebeuren, we pakten onze tent uit. Ik had dat tot hier toe al goed kunnen uitstellen. Ik was bang voor de koude nachten. Wat verwacht je nou met een zomerslaapzak met een comforttemperatuur tot 15 graden. Eens de zon ondergaat, daalt het kwik tot onder de 10 graden. Soms zelfs onder de 5 graden. Gelukkig vonden we in het diepste hoekje van de auto nog een grote dikke slaapzak en een fleece deken. Alsof ze wisten dat wij ‘light packers’ wellicht niet aan dikke, zware dekens hadden gedacht. 

Wat wij hier twee dagen deden… Niks eigenlijk. Wij hebben traag geleefd. Zeer traag. Zalig gekampeerd. Rotapen verjaagd, vogels gekeken, gezwommen in een ijskoud zwembad (wie in zwembadverwarming doet op basis van zonne-energie, dat is hier het gat in de markt!), gekookt, gespeeld met de kinderen en uiteraard, Fonzie wonzie zijn zesde verjaardag gevierd. Zonder cadeau. Maar wel met pannenkoeken en nog eens een bezoek aan een krokodillen- en schildpaddenboerderij. Dat had hem vorige keer duidelijk geboeid. 
Wat dat cadeau betreft, hij kreeg voor ons vertrek al een verjaardagsfeestje met een overdaad aan cadeautjes, voor u denkt dat wij aan kindermishandeling doen. Bovendien deelde ons oudste kind deze ochtend zelf mee, ik citeer “je hoeft je verjaardag niet altijd met cadeautjes te vieren, je kan ook iets leuks doen.” Iets later voegde hij daar nog aan toe “ik ben vandaag de baas”, en zo geschiedde.

Ik vertelde nog niet over onze flitsboete. We werden tussen Gaborone en Francistown geflitst. Meteen aan de kant. We kregen een boete van 800 Pula of ongeveer 65 euro voorgeschoteld. Stijn sloeg er in om te onderhandelen. We betaalden de helft van de voorgestelde boete, 400 Pula. Oef!

Na twee nachten kamperen was het tijd om alles in te pakken, opnieuw netjes maar vooral logisch te organiseren in de auto. Gezien ons zwakke time management deden we dat lang niet slecht. We reden weg om 9.30u. Alle andere kampeerders deden dat ten laatste om 7.30u. Geen idee hoe ze het voor mekaar krijgen. Nou, om 5u opstaan is niet onze definitie van vakantie.

We kampeerden vervolgens net voor Nata bij de Nata Lodge. We zochten er een leuk plekje in het zand uit. We waren al helemaal gesetteld tegen de middag. Tijd genoeg dus om nog op pad te gaan. Wij trokken naar de Nata Bird Sanctuary, een prachtig stukje zoutpan met gigantisch veel vogels om te spotten. We beloofden de kinderen flamingo’s. En ze kregen flamingo’s. En ook pelikanen, wildebees, zebra’s, struisvogels en nog véél meer andere vogelsoorten. Nou, eigenlijk was het alleen Fons die dit moois kon aanschouwen. Marcel beleeft maar de helft van deze reis. Op momenten dat er iets te beleven valt, slaapt meneertje meestal bij.

We hebben heel wat leuke foto's bij dit blogbericht. Helaas hebben we hier ook een verdomd slechte internetverbinding die het niet toelaat foto's up te loaden... Ik probeer jullie morgen vanuit Maun te voorzien van beeldmateriaal. Dat is beloofd.

En wat ik nog beloof, is een volgend blogbericht. Vanavond al. Over iets met olifanten en zo... Met veel olifanten zelfs.

Tot snel dus!

maandag 9 juli 2018

Een weekje Zuid-Afrika...



Wij vertrokken afgelopen dinsdag richting Zuid-Afrika, Johannesburg om precies te zijn. Gepakt en gezakt. Geladen met vier grote valiezen, twee dagrugzakken en nog wat prullen in de hand… en onder de arm… Nochtans is light pakken onze specialiteit.

Soit, we vertrokken. Op Zaventem was het meteen prijs. Bekend volk, uit Aalst uiteraard. En dat bekend volk had dezelfde eindbestemming als wij. 
Wij vlogen ’s avonds van Brussel naar Frankfurt om dan nog wat later de nacht in te gaan met een vlucht tussen Frankfurt en Johannesburg. Ideaal voor de kinderen. Ze hadden uiteraard geen ideale nachtrust, maar ze sliepen wel. Die lange vlucht was dus een makkie! 

Aangekomen in Johannesburg, dachten we netjes opgewacht te worden door iemand met een bordje waarop dan moest staan “Welcome family De Brucker”… Zalig vond ik dat idee. Maar neen hoor, geen spoor van dat bordje, noch van iemand die op ons stand te wachten. We wachten een uur in de aankomsthal van de koude (het is hier winter) OR Tambo luchthaven. De kinderen bleven het meest geduldig van ons vier. Waren ze te moe om de aankomsthal op stelten te zetten, of voelden ze aan dat wij elke minuut gingen ontploffen, mij een raadsel, maar ze waren flink, mega flink. Ik daarentegen zaagde en blaasde (blies, I know, maar dan past het minder bij ‘zaagde’) er op los. Ik kreeg uiteindelijk na veel omwegen het nummer van ons guest house te pakken. De “manager” deed alsof de chauffeur ons niet was komen oppikken. Alweer een uur later maakte hij Stijn wijs dat er een staking was, maar hij over enkele minuten zou arriveren. Dat bleek dan nog een klein uurtje te zijn. En zo spendeerden wij drie uur lang in de aankomsthal van de niet zo gezellige en vooral koude luchthaven. 

We trotseerden ook nog een uurtje file in het drukke Johannesburg. Op Fons na, deed iedereen een dutje tijdens deze rit. Tot de manager ons vroeg of we dat niet vervelend vonden dat onze kinderen in een aparte kamer sliepen… zonder ons… Euhm… Wij reserveerden een familiekamer… Omdat ons geduld die dag eindeloos leek, vertelde de manager nog dat de familiekamer nog niet helemaal klaar was voor ons, maar dat dat een uur later wel het geval zou zijn. Je gelooft het niet, maar we mochten nog even geduldig wachten.

Nou goed, om 14u hadden we uiteindelijk een kamer en tegen 16u konden we lunchen. Daarna sloten we onszelf op in onze familiekamer, keken we filmpjes en speelden we samen Uno. Meer moest dat niet meer zijn die eerste dag. 

Op dag twee verkenden we Johannesburg. Oorspronkelijk planden we een Hop on Hop off bus te nemen omdat onze kinderen dan niet de hele stad moesten doorwandelen en ook een beetje omdat we dat de meest veilige manier vonden om ons in de stad te verplaatsen. Zoals dat gaat in Afrika, werd dat plan ’s ochtends net voor vertrek afgevoerd en kwam onze gastheer met een vriend op de proppen die ons zou rondrijden in Johannesburg. En zo stapten wij twee uur later (ze hebben hier nog meer tijd als ik) in de auto van ene Tsjechische Mike die ons door Johannesburg loodste en ons hier en daar iets wist te vertellen. Sympathieke mens, die Mike, al hield ik het na een tijdje voor bekeken en richtte me vooral op Fons en Marcel. Stijn mocht alleen wat met Mike praten. 

Wij bezochten Constitution Hill met de vlam ter ere van de democratie. Wij genoten van het uitzicht over Johannesburg vanop de Carlton tower en wij bezochten het Apartheidsmuseum, wat helaas niet zo kindvriendelijk bleek, maar wel interessant.

Of Johannesburg niet vreselijk onveilig is, vraagt u? Euhm… Ik kan dat niet zeggen. Ons overkwam niets. Maar wij namen wel onze voorzorgen: wij droegen geen blinkende, grote camera’s, handtassen of rugzakken bij ons. En, we lieten ons rondrijden door iemand die de stad goed kent en die gekend is bij ons guest house. 
Chauffeur Mike maakte er ons af en toe attent op dat een bepaalde buurt niet heel veilig is. Uiteraard lieten we die buurt dan ook links liggen… tenzij er een koffiebar was die Stijn absoluut wou bezoeken. Maar ook daar overkwam ons niks. 

Of Johannesburg een leuke stad is, wilt u ook weten? Wel, als je voldoende reistijd hebt, breng er dan eens een dagje door. Heb je dat niet, voel je dan vooral niet schuldig dat je meteen na de landing de stad uit vlucht. 

Op dag drie, vrijdag 06 juli, huurden wij een auto en reden wij 4u richting Magoebaskloof. Want wie was er in de Magoebaskloof? Oh ja hoor, dat bekende volk uit Aalst van op het vliegtuig! Het plan: samen voetbal kijken! Is er nu iets leuker dan in Belgisch voetbalshirt en met de Belgische driekleur op het gezicht een Zuid-Afrikaanse bar inpalmen?! Bah nee! Wat een ambiance. Vooral omdat bijna de hele bar, gevuld met voornamelijk Afrikaners, achter onze Rode Duivels gingen staan. En we wonnen nog ook! 

Op dag vier ging de Belgische bende richting Kruger, wij bleven in de Magoebaskloof voor het weekend. We planden een kleine wandeling, maar die wandeling eindigde snel (we stapten 200m of zo… misschien…) na het zien van apen… Wij hadden acht jaar geleden in Azië een iets minder fijne ervaring met apen en die herinnering maakte me nu wat nerveus. En de kinderen ook… Mijn fout, ik beken, ik praatte ze een apenfobie aan, tot grote ergernis van Stijn, die niets engs vindt aan een aap. 
Dan maar naar een krokodillenboerderij. Die dieren zijn minder eng… Vooral omdat ze achter een hoge omheining zitten. Na het verhaal van onze gids weten we dat we op wandeling beter een aap dan een krokodil tegen komen. Onze overlevingskansen zijn groter. Ik hou het in het achterhoofd. 

Op dag vijf hielden we het rustig… We gingen gezellig wandelen in de buurt van een waterval in de Magoebaskloof. Fons en Marcel verbaasden ons en stapten flink mee naar de top van de waterval. Een wandeling waarvan we niet wisten hoe ver ze was en waar ze ging eindigen. Maar het was wel leuk… tot het moment dat ik apen rook. Ze ruiken wat naar ratten, maar dan anders. Same same but different. Met een rugzak gevuld met eten op de rug, maakte me dat alweer wat nerveus… Met dank aan de Engelse en Franse taal verstopte ik mijn angst voor de kinderen, maar wist Stijn perfect waarom ik het niet zo een goed idee vond om op het plan van Fons in te gaan. Hij wou graag picknicken op een rots boven aan de waterval. Dat is hetzelfde als de kat bij de melk zetten, of de aap bij het eten…
Trouwens, Stijn en ik zijn al niet meer helemaal safe als we tegen elkaar in het Engels praten op momenten dat de kinderen iets niet mogen horen. Fons moeide zich al tot twee keer toe in een Engeltalige conversatie. 

Vandaag dag zes. We reden opnieuw naar Johannesburg om onze huurauto af te leveren en dé jeep op te pikken. Morgen zetten we koers richting Botswana! Helemaal spannend. En hopelijk stijgt het kwik dan opnieuw boven de 20 graden en nog liever boven de 25 graden. Mijn enige twee pulls die ik ondertussen al een hele week draag, zijn aan een dringende wasbeurt toe. 

See ya!

Bekend volk.
Een lange vlucht? Een makkie! ;-)



Constitution Hill








Uitzicht over Johannesburg vanop de 50ste verdieping van de Carlton Tower.

Apartheidsmuseum


And then we meet again...







Fons viel op zijn neus. Gelukkig niks erg, behalve een ferme schaafwonde.










Ons appelmoeskind blij, we vonden appelmoes in Zuid-Afrika!


Dé 4x4!