woensdag 8 augustus 2018

Who needs money anyway?!

Wij arriveerden vorige week maandag in Zimbabwe. Ow jeetje, dat is al tien dagen geleden! 

Dit verhaal begint met een grensovergang tussen Botswana en uiteraard Zimbabwe. Een visum kostte US$30 per persoon en daarbovenop werd ons ook nog eens een ‘insurance’ voor de auto aangerekend van US$100. Ik zie u fronsen. Een insurance voor de auto, wat toch zoveel betekent als een verzekering?! Inderdaad, wij fronsten ook en wij vertrouwden dat zaakje niet helemaal. Gelukkig volgde een officiële papiermolen dat vertrouwelijke aanvoelde.
Dat begon dus goed, de Zimbabwanen zaten al in onze zakken en we waren het land nog niet eens binnen. Wij wilden dit netjes betalen, graag met onze MasterCard alstublieft, maar dat kon niet. Alleen US dollar volstond. Wilden we in Botswaanse Pula of Zuid-Afrikaanse Rand betalen, dan kon dat ook, maar uiteraard tegen een voor ons zeer nadelige wisselkoers. Omdat we niet over voldoende Pula’s beschikten stuurde men Stijn terug Botswana in (met een reeds uitgestempeld Botswaans visum) om geld af te halen. Hij kon zomaar langs de grensposten heen rijden zonder enige controle. Wij betaalden dus nog wat extra voor alle visa… En dat is eigenlijk het verhaal van de voorbije week.

In heel Zimbabwe vind je geen enkele bankautomaat waar je geld kan afhalen. Mensen staan in rijen aan te schuiven om cash geld van hun eigen bankrekening te halen en dan krijgen ze naar verluid amper US$20 mee naar huis. Onmogelijk om hier aan cash geld te geraken. 

Zimbabwe heeft trouwens geen eigen munteenheid. Door een economische crisis, die duidelijk nog steeds aansleept, voerden zij de US dollar in. Dollars zijn heel gegeerd. Betaal je met dollars, dan krijg je vaak korting. Wij hebben geen dollars. Wij hebben gelukkig wel nog een restje Zuid-Afrikaanse Rand. Daarmee redden we ons al die tijd. Helaas betalen we dan meestal veel te veel. 

Bovendien werkt onze MasterCard niet in Zimbabwe. Absoluut niet zelfs. Bevestigd door onze bank. Heel af en toe doet Maestro het. Dat wordt hier nog spannend.

Daarbij komt nog dat Zimbabwe duur is. Vreemd voor een land waar het gemiddelde jaarinkomen 2100 US dollar bedraagt. Om een paar voorbeelden te geven, een middelgrote pot Nutella kost hier US$10, een pak boerenboter US$12, … De reden? Zimbabwe voert bijna alles in vanuit Zuid-Afrika en rekent hoge invoertaksen aan. We vroegen ons al meerdere keren af hoe mensen hier overleven.

Dinsdag bezochten we de Victoria Watervallen, de grootste watervallen te wereld, het zevende natuurwonder en uiteraard ook Unesco werelderfgoed. Langs 1,7km valt er per seconde één miljoen water naar beneden. Dat is best impressionant. En ook nat! Dat water spat bij momenten zo hoog op en er hangt zo’n waternevel dat het echt lijkt alsof het fel regent. Wij werden heel erg nat!

Daarna gingen we de baan op. Wauw… Wat een geweldige wegen heeft Zimbabwe. Geen gigantische gaten in de weg net als in Botswana. En ook de hutten, de dorpen zijn anders. Heel netjes allemaal.
We werden vooraf gewaarschuwd voor de vele road blocks door de politie. Wij kwamen er voorlopig nog geen tegen. Misschien hebben de verkiezingen van afgelopen week daar wel iets mee te maken. Vorige week koos Zimbabwe een nieuwe president. De drukte op straat in Masvingo deed ons vermoeden dat de verkiezingen opnieuw niet helemaal koosjer zijn verlopen… Maar de doorsnee Zimbabwaan kijkt hoopvol naar de toekomst. Men hoopt snel op meer toeristen zodat Zimbabwe eindelijk uit het economisch verval kan kruipen. Ze hebben alvast alles in huis om toeristen te ontvangen, behalve gevulde bankautomaten dan.

Onderweg naar Hwange stopten we bij een wilde honden opvangcentrum in de hoop daar eindelijk eens wilde honden te zien. Na verschillende Afrika-reizen hadden we deze nog steeds niet kunnen afvinken. Nou goed, ze spotten in het wild is nog altijd veel leuker, maar het project sprak ons ook wel aan. Je raadt het nooit, we mochten de wilde honden niet zien, wegens puppy's en mogelijke stress bij de moeder bij het zien van mensen. Het mag niet zijn.

We kampeerden ondertussen ook in Hwange National Park. Een heel knap park. Heel anders dan wat we gewoon zijn van de Botswaanse parken. We kregen een kudde van meer dan 60 olifanten te zien bij een watergat. Nog eens een groep van 30 olifanten kruiste ons pad. En we zagen eindelijk leeuwen! Nu nog ergens een neushoorn zien te spotten en we vinken de Big Five alweer af. 

Van Hwange ging het naar Matopo Nationaal Park. Een park vol verrassingen. We vonden er muurschilderingen van de San van wel (naar schatting) 10000 jaar oud. Matopo was voor ons het mooiste landschap wat we al te zien kregen. 

Het pad leidde ons naar Great Zimbabwe waar we de ruïnes bezochten. Eindelijk nog eens een beetje cultuur. Zimbabwe, voordien Rhodesia, dankt zijn naam trouwens aan deze site. Wij wandelden de hele namiddag onder een stralend zonnetje tussen de vele ruïnes en we bezochten een traditioneel, polygaam Shona dorp. 

Momenteel bevinden we ons in de bergen, bij de grens met Mozambique. Eastern Highlands is een beetje atypisch voor zuidelijk Afrika. Wij huurden een klein huisje voor drie nachten. Een huisje op  een berg met een gigantisch mooi uitzicht op de bergen, op een meer en op Mozambique. We gaan hier vooral rusten. We realiseerden ons vandaag dat we nog geen enkele dag sinds ons vertrek eens gewoon lekker niks deden. Of we hebben een uitstap, gamedrive of verplaatsing op het programma staan. Maar niet vandaag. Vandaag doen we niks. Behalve bloggen. En misschien nog een wandelingetje naar de top van de berg.

Vanaf vrijdag rijden we opnieuw naar Zuid-Afrika of naar Botswana. We kunnen niet goed kiezen. En op zondag krijgen we bezoek. Daar kijken wij naar uit!


Hasta la próxima!






Mr Livingstone, I presume...





Moeder met kind rotsen
Muurschilderingen in Matopo



Great Zimbabwe



Bergtop bereikt net voor zonsondergang. Joepie! Nu opnieuw naar beneden, in het donker en zonder zaklamp. 
Breakfast with a view!






Geen opmerkingen:

Een reactie posten