donderdag 23 augustus 2018

Een olifant met een lange snuit…

Waar waren wij gebleven… Juist, in Zuid-Afrika, wachtend op ons bezoek. Twee Fransozen kwamen zotgoddeweg wat quality time met onze kinders en onszelf doorbrengen. 

Dat begon meteen goed… Haha… We installeerden onze tent en een tent voor meter Katrien en peter Rik (van Marcel) op camping Wilderness Camp nabij Waterberg. Een terrein compleet in den bled. Het Vlaams woordenboek verklaart ‘bled’ als ‘een verloren gebied of een gebied waar je je weg verliest’. Geen slechte beschrijving. Wij hadden ingeschat dat Rik en Katrien ons zouden bereiken tegen 17u. Dat was zelfs ruim gerekend. Tegen dat uur hadden wij ons aan de ingang opgesteld om hen te begroeten. Toen het een klein uurtje later bijna donker werd, besloten we hen te bellen. Zij waren compleet verloren gereden. In het donker. In Zuid-Afrika. Zonder gps of wegenkaart. Via de hulp van een Afrikaner en met wat aanwijzingen reden we hen tegemoet. We vonden hen 30km verderop. 
Wilderness Camp heeft anders ook zijn naam niet gestolen. Om er te geraken rijd je zowat een half uur door een wildernis van zandbaantjes, met hier en daar een diepe put en af en toe wat gemene rotsen. Geen probleem voor het 4x4 beest waar wij mee rijden, de hel voor de lage 2x4 huurauto van Rik en Katrien. Na 3 keer de auto bijna vast gereden te hebben, werd besloten de auto achter te laten. In den bled. De eigenaar van het kamp kwam ons ongerust tegemoet. Ongerust omdat we in het donker nog op pad waren, dat blijkt hier niet zo veilig. En nog meer ongerust toen we vertelden dat we de huurauto achterlieten. Die zouden we mogelijks ’s ochtends niet meer of slechts gedeeltelijk terugvinden. Gelukkig was er een boerderij vlakbij waar de huurauto van Rik en Katrien veilig kon gestald worden.

Wij verbleven twee nachtjes in Wilderness Camp. Achter onze tenten dook een prachtige giraf op. ’s Ochtends werden we bij het ontbijt vergezeld door hongerige nyala’s. Zij lustten wel een worteltje, uit onze hand zelfs. 

We reden vervolgens opnieuw richting Magoebaskloof. Daar waren wij al eens, begin juli. Deze keer vonden we een camping bij een brouwerij. Een rustige plekje bij een rivier, helemaal voor ons alleen. De rivier was ijskoud, maar dat hield de mannen niet tegen om te gaan zwemmen. Wij bleven drie nachten kamperen. ’s Nachts werd het koud. Heel erg koud zelfs, maar wij overleefden dat. 

Na drie dagen zonder wild werd het hoogtijd om richting Manyeleti (een concessie naast Kruger National Parc zonder hekken tussen beide gebieden) te trekken. We logeerden in de Shalati Kruger Lodge. Stijn, Katrien en Rik trokken ’s ochtends vroeg te voet op safari. Te voet! Ik bleef met Fons en Marcel in de lodge. Onze kinderen zijn een veel te haalbare prooi voor hongerige roofdieren. En nu zijn we best avontuurlijk aangelegd, wij reizen graag met vier terug. Heelhuids ook graag zelfs. 
Zaterdag zakte de temperatuur maar liefst van de ene dag op de andere 20 graden en we kregen echte regen. Dat was de twee keer deze reis. Dat zal straks wennen zijn als we opnieuw het Belgische weer trotseren. 
Nou, dat slechte weer zorgde er wel voor dat we tijdens onze safari heel wat dieren te zien kregen. Ze hoefden zich vandaag niet te verstoppen voor de brandende zon. 

Katrien en Rik vertrokken na een weekje Zuid-Afrika opnieuw richting huis, met eerst nog een snelle tussenstop in Duitsland, België en vervolgens Frankrijk. Wij genoten van het samenzijn! 

Wij bleven nog drie dagen langer in Shalati. Dat was niet volgens plan, maar plannen zijn er om bij te schaven. Volgens mij dacht het management daar dat we nooit meer gingen vertrekken. Wij namen rust. Vakantie! Echt vakantie! Als in uitslapen, lang ontbijten, bij het zwembad ligggen, luieren, ... Dat deed deugd! De batterijen zijn opgeladen. 

Gisteren reden we de hele dag tussen Shalati en Pretoria. ’s Avonds hadden we een blij weerzien met de grote meneer Visser, Rijan Visser. Dankzij hem konden wij deze ongelofelijke reis maken. Wij zijn pietzakken en hij onze grote held. Dat gingen Stijn en Rijan gisteren vieren. Gelukkig stond vandaag ‘niks doen’ op het programma. Miauw…

We wachten nu op onze vlucht tussen Johannesburg en Frankfurt. Tijd om kort terug te blikken. Al komt dat vaak pas als we vanaf morgen onze verhalen zullen vertellen aan iedereen die het nog horen wil.

Fons kijkt er naar uit om opnieuw naar België te reizen. Hij heeft er zelfs een lange nacht op het vliegtuig zonder veel slaap voor over. Hij had af en toe wat last van heimwee. Hij mist het Belgische eten. En zijn berg speelgoed. 
Marcel daarentegen neemt het allemaal zoals het komt. Mochten we nog even doorgaan, dan was dat ook goed. We zijn nu aan het einde, en ook dat is prima.
Stijn, die wil het liefst van al blijven. Uiteraard. Er zijn nog zekerheden in het leven. (knipoog)
En ik, ik blik tevreden terug op een heel erg fijne reis. Maar ik keer ook graag terug naar mijn vertrouwde stal. We deden zotte dingen. We genoten van elkaar, van dat intense samenzijn. En oh nee, dat ging niet altijd makkelijk, maar dat hoeft ook niet. Moeilijk is ook onderdeel van het reizen. Er waren zelfs dagen dat ik voldaan was in het reizen. Rust doet altijd wonderen. En een portie nieuwsgierigheid naar het volgende ook. Afrika kon ons opnieuw verwonderen. Die landschappen, dat dierenrijk, de mensen, … 

Morgenvroeg zijn we opnieuw thuis. Dan gaan we brood eten. Veel! Lekker brood. Weg met het toastbrood! Awoert! We gaan ook mosselen eten. Wij gaan lekker eten! Ik kijk daar naar uit! En we gaan jullie allemaal terug zien. Joepie! 

Oh ja, we gaan ook nadenken over een volgende reis… Of misschien moeten we eerst onze tuin eens aanleggen… Of misschien een klein reisje dan… 

Tot snel!

























woensdag 8 augustus 2018

Who needs money anyway?!

Wij arriveerden vorige week maandag in Zimbabwe. Ow jeetje, dat is al tien dagen geleden! 

Dit verhaal begint met een grensovergang tussen Botswana en uiteraard Zimbabwe. Een visum kostte US$30 per persoon en daarbovenop werd ons ook nog eens een ‘insurance’ voor de auto aangerekend van US$100. Ik zie u fronsen. Een insurance voor de auto, wat toch zoveel betekent als een verzekering?! Inderdaad, wij fronsten ook en wij vertrouwden dat zaakje niet helemaal. Gelukkig volgde een officiële papiermolen dat vertrouwelijke aanvoelde.
Dat begon dus goed, de Zimbabwanen zaten al in onze zakken en we waren het land nog niet eens binnen. Wij wilden dit netjes betalen, graag met onze MasterCard alstublieft, maar dat kon niet. Alleen US dollar volstond. Wilden we in Botswaanse Pula of Zuid-Afrikaanse Rand betalen, dan kon dat ook, maar uiteraard tegen een voor ons zeer nadelige wisselkoers. Omdat we niet over voldoende Pula’s beschikten stuurde men Stijn terug Botswana in (met een reeds uitgestempeld Botswaans visum) om geld af te halen. Hij kon zomaar langs de grensposten heen rijden zonder enige controle. Wij betaalden dus nog wat extra voor alle visa… En dat is eigenlijk het verhaal van de voorbije week.

In heel Zimbabwe vind je geen enkele bankautomaat waar je geld kan afhalen. Mensen staan in rijen aan te schuiven om cash geld van hun eigen bankrekening te halen en dan krijgen ze naar verluid amper US$20 mee naar huis. Onmogelijk om hier aan cash geld te geraken. 

Zimbabwe heeft trouwens geen eigen munteenheid. Door een economische crisis, die duidelijk nog steeds aansleept, voerden zij de US dollar in. Dollars zijn heel gegeerd. Betaal je met dollars, dan krijg je vaak korting. Wij hebben geen dollars. Wij hebben gelukkig wel nog een restje Zuid-Afrikaanse Rand. Daarmee redden we ons al die tijd. Helaas betalen we dan meestal veel te veel. 

Bovendien werkt onze MasterCard niet in Zimbabwe. Absoluut niet zelfs. Bevestigd door onze bank. Heel af en toe doet Maestro het. Dat wordt hier nog spannend.

Daarbij komt nog dat Zimbabwe duur is. Vreemd voor een land waar het gemiddelde jaarinkomen 2100 US dollar bedraagt. Om een paar voorbeelden te geven, een middelgrote pot Nutella kost hier US$10, een pak boerenboter US$12, … De reden? Zimbabwe voert bijna alles in vanuit Zuid-Afrika en rekent hoge invoertaksen aan. We vroegen ons al meerdere keren af hoe mensen hier overleven.

Dinsdag bezochten we de Victoria Watervallen, de grootste watervallen te wereld, het zevende natuurwonder en uiteraard ook Unesco werelderfgoed. Langs 1,7km valt er per seconde één miljoen water naar beneden. Dat is best impressionant. En ook nat! Dat water spat bij momenten zo hoog op en er hangt zo’n waternevel dat het echt lijkt alsof het fel regent. Wij werden heel erg nat!

Daarna gingen we de baan op. Wauw… Wat een geweldige wegen heeft Zimbabwe. Geen gigantische gaten in de weg net als in Botswana. En ook de hutten, de dorpen zijn anders. Heel netjes allemaal.
We werden vooraf gewaarschuwd voor de vele road blocks door de politie. Wij kwamen er voorlopig nog geen tegen. Misschien hebben de verkiezingen van afgelopen week daar wel iets mee te maken. Vorige week koos Zimbabwe een nieuwe president. De drukte op straat in Masvingo deed ons vermoeden dat de verkiezingen opnieuw niet helemaal koosjer zijn verlopen… Maar de doorsnee Zimbabwaan kijkt hoopvol naar de toekomst. Men hoopt snel op meer toeristen zodat Zimbabwe eindelijk uit het economisch verval kan kruipen. Ze hebben alvast alles in huis om toeristen te ontvangen, behalve gevulde bankautomaten dan.

Onderweg naar Hwange stopten we bij een wilde honden opvangcentrum in de hoop daar eindelijk eens wilde honden te zien. Na verschillende Afrika-reizen hadden we deze nog steeds niet kunnen afvinken. Nou goed, ze spotten in het wild is nog altijd veel leuker, maar het project sprak ons ook wel aan. Je raadt het nooit, we mochten de wilde honden niet zien, wegens puppy's en mogelijke stress bij de moeder bij het zien van mensen. Het mag niet zijn.

We kampeerden ondertussen ook in Hwange National Park. Een heel knap park. Heel anders dan wat we gewoon zijn van de Botswaanse parken. We kregen een kudde van meer dan 60 olifanten te zien bij een watergat. Nog eens een groep van 30 olifanten kruiste ons pad. En we zagen eindelijk leeuwen! Nu nog ergens een neushoorn zien te spotten en we vinken de Big Five alweer af. 

Van Hwange ging het naar Matopo Nationaal Park. Een park vol verrassingen. We vonden er muurschilderingen van de San van wel (naar schatting) 10000 jaar oud. Matopo was voor ons het mooiste landschap wat we al te zien kregen. 

Het pad leidde ons naar Great Zimbabwe waar we de ruïnes bezochten. Eindelijk nog eens een beetje cultuur. Zimbabwe, voordien Rhodesia, dankt zijn naam trouwens aan deze site. Wij wandelden de hele namiddag onder een stralend zonnetje tussen de vele ruïnes en we bezochten een traditioneel, polygaam Shona dorp. 

Momenteel bevinden we ons in de bergen, bij de grens met Mozambique. Eastern Highlands is een beetje atypisch voor zuidelijk Afrika. Wij huurden een klein huisje voor drie nachten. Een huisje op  een berg met een gigantisch mooi uitzicht op de bergen, op een meer en op Mozambique. We gaan hier vooral rusten. We realiseerden ons vandaag dat we nog geen enkele dag sinds ons vertrek eens gewoon lekker niks deden. Of we hebben een uitstap, gamedrive of verplaatsing op het programma staan. Maar niet vandaag. Vandaag doen we niks. Behalve bloggen. En misschien nog een wandelingetje naar de top van de berg.

Vanaf vrijdag rijden we opnieuw naar Zuid-Afrika of naar Botswana. We kunnen niet goed kiezen. En op zondag krijgen we bezoek. Daar kijken wij naar uit!


Hasta la próxima!






Mr Livingstone, I presume...





Moeder met kind rotsen
Muurschilderingen in Matopo



Great Zimbabwe



Bergtop bereikt net voor zonsondergang. Joepie! Nu opnieuw naar beneden, in het donker en zonder zaklamp. 
Breakfast with a view!






woensdag 1 augustus 2018

Into the wild!



Zes dagen in de wildernis… Waar zal ik beginnen? Wat zal ik eerst vertellen?

Wat moet je verstaan onder ‘the real bush’? 
Wel, eens voorbij Maun verdween de beschaving. Geen verharde wegen meer. Asfalt werd geruild voor een aardepad en nog wat kilometers verder werd dat aardepad een weg bestaande uit diep zand. Weg beschaving dus. De druk werd van onze banden gelaten en er werd naar 4x4 geschakeld. 
Bovendien zijn er in Botswana geen hekkens rond de natuurparken. Ook niet rond de kampeerplekken die zich temidden van deze parken bevinden. Wilde dieren krijgen er het voorrecht, de mens past zich aan. Staat je tent op een olifantenpad, dan moet je die olifant er bij nemen. Voelen bavianen zich heer en meester op en rond een kampeerplaats, dan is het aan de mens om te tonen nog iets slimmer te zijn dan deze verstandige maar vooral inventieve en niks vrezende dieren.

Wij kampeerden een eerste nacht in ‘Third Bridge’, een kampeerplaats grenzend aan de Okavango Delta, in Moremi National Park. Wij kregen een behoorlijk afgezonderde plek ter beschikking, net op een olifantenpad en meteen naast de rivier die druk bezet werd door nijlpaarden. Er waren ver van ons verwijderd nog vier andere kampeerders. We stonden er met andere woorden alleen voor die nacht. Op aanraden van een aantal mensen, hielden we de kinderen bij het ondergaan van de zon heel dicht bij ons. Kinderen zijn namelijk een haalbare prooi voor roofdieren als leeuwen, (jacht)luipaarden of hyena’s. Wij wilden liever niet het nieuws halen. Een kampvuur zorgde voor een gevoel van veiligheid. Zolang je het vuur gaande houdt, zullen wilde dieren de kampeerplaats mijden. 

Wij merkten al heel erg snel dat eens je het vuur verlaat, je de tent inkruipt om te gaan slapen en alles stil wordt, de dieren uit de struiken verschijnen. Rond onze tent hoorden we olifanten, nijlpaarden, lachende hyena’s, en god weet wat allemaal… Klein beetje beangstigend maar als je in een tent slaapt. Klein beetje maar. Trouwens, de kinderen sliepen netjes in het midden van de tent. Veilig, tussen ons in.

Die nacht ging het alarm van de auto af… Geen van ons durfde zich naar buiten te begeven om te gaan kijken. Wij hebben nog steeds geen idee wat het alarm liet afgaan… ’s Ochtends stond de auto er nog. Zonder schade. 

Voor een tweede nacht in de wildernis hielden we halt in het South Gate kamp. We hadden in Gweta en ook in Maun een Duits koppel met twee kinderen ontmoet die voor 6 weken rond reisden in zuidelijk Afrika. Wij spraken met hen af om de nacht hier in South Gate door te brengen. Wat een verschil. Met een aantal andere mensen rondom je, voelt je je meteen een pak veiliger om de nacht tussen de wilde dieren door te brengen. 
Eenmaal in de tent, kwam het hele dierencircus weer op gang. Olifanten sloopten de bomen om ons heen. Apen maakten ruzie in de omliggende bomen. Hyena’s lachten zich te pletter. 

De Duitsers vergezelden ons voor een derde nacht in Moremi, deze keer in het Kwai North Gate kamp. 
Wij arriveerden in het kamp met een ietwat slecht ruikende auto… De hobbelige weg was Fons te veel geworden. De havermout van die ochtend verspreidde zich in drie grote gulpen over de achterbank van de auto. Daar stonden we dan, tijdens onze zoektocht naar leeuwen en ander wild, midden van Moremi, ons kind te wassen op een zanderige weg.
Daarbij kwam ook nog dat diezelfde hobbelige weg te veel was geworden voor onze proviandbak. Verschillene eieren waren gebroken en een blik vis was open gebeukt. 
In de buurt van het Kwai North Gate kamp is, midden in de wildernis (!), een dorp. Inderdaad, er wonen hier mensen. Ik veronderstelde dat dit een ietwat veiliger gevoel zou geven. Dat er ’s nachts minder dieren rondom de tent zouden snuffelen, grazen of wat dan ook. Je voelt het komen, niks was minder waar. De kinderen zaten net in bed, we hadden ons gezellig met den Duits aan het kampvuur gezet toen er een hyena op enkele meters rustig voorbij wandelde. Nijlpaarden brulden humeurig en de bavianen leken elkaar levend te villen in de bomen boven ons. Ik ging die avond vroeg naar bed. Het moet half negen geweest zijn. ‘Wat niet weet, niet deert’, niet waar. Stijn bleef nog even aan het kampvuur zitten. En ook de hyena bleef rond de kampeerplaats cirkelen…
Die nacht ging alweer het alarm van de auto… Wij gingen niet checken wat de oorzaak hiervan was wegens te veel dierengeluiden. ’s Ochtends bleek onze afwaszak verdwenen. Die hing nochtans hoog aan de auto te drogen. Buiten het bereik van enig dier, op een giraf of olifant na dan. Na wat sporen zoeken, bleek een hyena de dader. 

Na drie dagen bush in Moremi stond Savuti National Park op het programma. Tussen beide parken ligt vier uur rijden in diep zand. Elke spier in mijn lijf stond gedurende deze hele tijd gespannen. Er was geen tijd voor een korte pauze, want stoppen in dit diepe zand, stond sowieso gelijk aan vast raken in het zand. Gas geven was de boodschap. 

Wij raakten veilig in Savuti en zette onze tent op voor twee nachten. Wij hadden het geluk om twee dagen op rij een luipaard te spotten van heel dicht bij. ’s Nachts hoorden we voortdurend leeuwen brullen. Maar ook dat went, echt waar. 
Fons vond vooral de dwergmangoestjes, eekhoorns en vogels die zich rond onze tent ophielden interessant. Hij spaarde er zelfs zijn brood voor. En uiteraard bleek zand en water een ideale combinatie voor uren speelplezier op onze kampeerplaats, en dat temidden van de wildernis. 

Tussen Savuti en Kasane stond ons opnieuw een traject in diep zand te wachten. Ook dit keer ging  het rijden verrassend vlot. Wij reden, ik hou hout vast, nog geen enkele keer vast. Dit is bovendien mijn grootste angst. Ik zie het scenario zo voor me, we rijden vast in een zandweg en het duurt uren, dagen vooraleer er hulp komt. Wellicht verschijnen er dan ook nog wilde dieren.
In Moremi kwamen we trouwens een safari wagen, inclusief toeristen, tegen die zich had vast gereden. Wij probeerden er deze auto uit te trekken, maar zonder succes. Dan maar een paar struiken en takken van bommen omhakken om een nieuwe weg te maken. Deze mensen konden via een satelliettelefoon het hoofdkamp in Maun bereiken. Zij moesten minstens drie uur wachten op hulp. Wij hebben geen satelliettelefoon…

In Kasane planden we om twee nachten in een hotelletje te slapen. Zes dagen en vijf nachten leven in de bush voelde een beetje als een stevige werkweek. Je weet wel, zo een week waarbij je op vrijdag naar huis rijdt en de hele weg naar huis denkt aan dat verdiende aperitiefje en je zetel en het verdiende weekend dat lonkt. Bij aankomst bleek het hotelletje onze boeking niet ontvangen te hebben. En ze zaten bovendien overvol. Zo heel erg vonden we dat niet, dit hotel bevond zich namelijk in een heel erg vreemde buurt en de kamer leken op zijn minst gezegd ook heel erg vreemd…  Wij reden Kasane rond op zoek naar een ander hotel of lodge. Gezien het vrijdag was, bleek alles compleet vol te zitten. Wij vonden uiteindelijk een kampeerplaatsje bij de  Chobe Safari Lodge en kropen dus opnieuw de tent in. De teleurstelling was groot. Als troost gingen we die avond eten in het restaurant van deze lodge. En ook ’s ochtends gingen we daar ontbijten. We sliepen dan wel opnieuw op onze matjes in onze tent en niet in netjes met spierwitte lakens opgemaakte bedjes, we profiteerden wel van een beetje luxe. De kinderen zwommen zelf in het ijskoude zwembad. 

Wij boekten ook een boot safari op de Chobe rivier. Wow… Wij zagen onder andere twee kuddes olifanten de Chobe rivier overzwemmen. Zelfs de hele kleintjes zwommen mee. Met hun slurfje net boven water alsof het een snorkel was. Er waren buffels, nijlpaarden, giraffen en waterbokken. Heel veel verschillende vogels waaronder de kingfisher. Wij zaten temidden van een natuurdocumentaire. 

De big five (olifanten, buffels, neushoorns, leeuwen en luipaarden) kregen we nog niet te zien. Leeuwen en neushoorns lieten zich nog niet zien. Hopelijk zijn deze te spotten in Zimbabwe. Na drie weken verlaten wij Botswana. Botswana was goed voor ons.


Oh ja, nog iets, terwijl ik deze blog schreef, bereidde Stijn onze trip naar Zimbabwe voor. Nou ja, voorbereiden is een groot woord. Eerder flarden lezen in het hoofdstuk Zimbabwe van onze  Lonely Planet reisgids. Fons en Marcel speelden ondertussen met de multitool ergens rond de tent. Marcel verscheen na enige tijd terug bij ons, met een nieuw kapsel… Helemaal fier! En Fons ook! ‘We speelden kappertje’, deelden ze lachend mee. Ik wist niet goed wat eerst te doen, wenen of lachen… Stijn knipte hier en daar nog wat bij. Het had erger gekund, concludeerden we. Misschien snel al een afspraakje maken bij de kapper op de dag dat we thuis arriveren, voor de mensen gaan denken dat een hyena ook aan het haar van ons kind knabbelde. 

Hop naar Zimbabwe, wij!

Een hyena at onze waszak bijna op tijdens de nacht.

Spelende kinderen: Vlaanderen - Duitsland

Kindje wassen tussen het wild... Bbbrr...




Stijn bakte rozijnenbrood in het kampvuur!
Luipaard! 
Fons en Marcel aan de afwas!


Fons knipte het haar van Marcel met het schaartje van onze  multitool.