Het uur waarop ik dit blogbericht begon, was enigszins... Ongewoon...
Het is half 4 's nachts (van donderdag op vrijdag) en een eerste stevig onweer raast over. Meteen een vuurdoop voor onze tipitent. Ik heb al snel de neiging om mezelf aan de enige paal in het midden van de tent te hangen. Mijn kinderen beschermen tegen een invallende tent, weet je wel. Fritz loopt momenteel buiten in de gietende regen, de oorverdovende donder, de bliksem en de gigantische wind om extra haringen te slaan en de scheerlijnen aan te spannen. Hoewel dat serieuze, niet voorziene onweer alweer stilaan voorbij trekt... Gelukkig!
Fons ligt ondertussen al op Fritz zijn slaapmatje en ook Marcel is uit zijn kleine tentje gekropen op zoek naar wat geruststellend gesus van deze moederkloek. Beide kinders zijn er precies geruster in dan hun eigen moeder en slapen ondanks de donder en de bliksem gewoon door.
De voorbije dagen verliepen gelukkig rustiger dan het gigantische onweer van donderdagnacht...
We fietsten zaterdag onder stralende zon richting putje Ardennen. Dat ging vaak traag maar zeker, maar zeker traag! Ik moet niet vertellen waarom. Iedereen weet dat de Ardennen niet bepaald "plat" zijn. Wat ik wel graag vermeld, is dat die Ardennen, oh zo schoon, vaak in de benen bijten!
Omdat een dagje later, zondag dus, onze moeders inclusief tante Sas ons een bezoek zouden brengen, besloten we om zondag niet te fietsen en gewoon te wachten tot ze arriveerden. Een eerste rustdag na vijf dagen in het zadel. En het was ook echt een rustdag! We deden van onthaastertje. Alles op 't gemak met andere woorden. En gelijk met de regen kwam ook ons bezoek!
Maandag, regendag! Een kletsnatte tent opvouwen moet zowat het ergste zijn dat we op deze fietsreis moeten doen. Een kletsnatte tent, dat is gelijk aan zoveel kilo's extra. Een kletsnatte tent, dat betekent ook dat alles daar rond nat is, nat gras, modder... Een kletsnatte tent opvouwen, dat is gewoon niet plezant. Basta!
Gelukkig was ons bezoek er. Wij propten die tent dus gewoon in zakken en gaven ze op die manier mee met de moeders en tante Sas. Gemakkelijk.
Die dag reden we voornamelijk in de regen. Ook dat hoort er bij zeker... Liever de hele dag kletsnat op mijn fiets dan de hele dag in een kletsnatte tent.
Ergens voor de middag staken we de grens met Luxemburg over. Dag België, tot binnenkort! Wat ons vooral opviel aan Luxemburg: nette, goed onderhouden wegen, veel groen, alles netjes gestructureerd en georganiseerd, weinig mensen, veel van hetzelfde, ...
Onze moeders vonden een gloednieuwe, ontzettend leuke bungalow op een camping in Wiltz. Goed voor zes personen. Wij trokken hier met plezier in voor een dag of twee, met z'n allen!
Dinsdag, feestdag! Fons werd drie! En op een feestdag wordt er niet gefietst! Tegen de middag arriveerden ook nog Fons zijn peter Klaas en meter Isolde met de nichtjes. Dat was dus kotje vol in onze bungalow. Gezellig!
Ook woensdag werd er niet gefietst. Ons bezoek bleef immers nog een dagje. Wij genoten van het zwembad, de zon en elkaars gezelschap. Fons had een fijne verjaardag, met uiteraard veel kadootjes. Tegen de avond namen wij afscheid. Met een groot pipi-kaka-gevoel bleven wij achter in onze tent. Vanaf nu moeten we alleen weer verder.
Donderdag werd een stevig dagje fietsen van Wiltz tot Ettelbruck. De temperatuur liep op tot 33 graden met het bovenvermelde onweer tot gevolg! Dat onweer leverde ons ook nog eens een kletsnatte tent op. Zucht! Gruwel!
Vrijdag vertrokken we, na het laten opdrogen van de tent voor een tochtje van Ettelbruck tot Alzingen. Bijna Luxemburg door dus. Dat werd tijd, want we hadden het stilaan gehad met de eentonigheid van Luxemburg. Schoon land, dat wel, maar zoals ik al zei, veel van hetzelfde. We fietsten die dag ook door Luxemburg stad. Schoon, erg schoon. We vreesden voor een chaotische en erg drukke stad, maar dat bleek niet zo.
's Avonds zaten we op een rustige camping waar Fons voor het eerst helemaal alleen naar de speeltuin trok. Zalig, die groeiende zelfstandigheid. Wij hadden dus even rust want we moesten maar op één kind letten... Al gingen we toch af en toe stiekem eens kijken naar Fons...
Ook zaterdag zaten we weer in het zadel. Na een goed uur fietsen bereikten we de grens met Frankrijk. Fons begreep niet dat tante Trien, nonkel Rik, Marie, Gijs en Anna er niet waren. We zijn nu toch in Frankrijk?!
We kampeerden die nacht op een schorriemorrie camping! Alles was er vies en diegenen die er kampeerden waren alleen maar luidruchtig. Anders dus dan de rustige, nette campings in Luxemburg. Maar we overleefden de nacht. En we stonden op met een kletsnatte tent! Alweer! Zucht! Wie kampeert er nu graag?!
Zondag stond er veel wind. Zodanig veel wind dat we bergaf stevig moesten trappen. Naast een kletsnatte tent opvouwen is tegenwind ook nog zoiets degoutant. Het put een mens uit! Daarbij kwam nog eens dat regen en zon elkaar elke tien minuten afwisselden. Dat betekent zoveel als stoppen met fietsen, fietskar dichtmaken, regenjas aan, verder fietsen, stoppen met fietsen, regenjassen uit, fietskar open maken, verder fietsen, stoppen met fietsen, fietskar dichtmaken, regenjas aan, verder fietsen, stoppen met ... Fritz werd er wat kattig van!
Omdat er geen campings op dit stuk van de route liggen, logeren wij momenteel in een chambre d'hôte. We nemen vandaag een rustdag. Een dag om die benen te laten rusten. We zijn moe. Moe van het fietsen, moe van het steeds opkramen van al onze spullen, moe van het entertainen van onze kinderen, ... Gewoon moe dus! Vandaag is een dag om kleren te wassen, om te spelen, te slapen en om het vervolg van onze route te bepalen. Het gaat ons allemaal wat te traag. We willen het schoonste stuk van Frankrijk (het zuiden) niet missen en overwegen daarom om een stukje de trein te nemen. Dat geeft ons de ruimte om wat minder kilometers per dag te fietsen, de dingen wat rustiger aan te doen, want nu maken we lange dagen en dat kan niet de bedoeling zijn. Het is vakantie, weet je wel!
Keep you posted! Tot snel!
Fritz (de krachtpatser) en Frieda,
Fons en Marcel (de viking)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten